Giftige komkommer



Tot de komkommerachtigen(Cucurbitaceae) behoren :

           augurk, chayote, courgette, kalebas, meloen, patisson, pompoen.


De planten uit deze familie bevatten kleine hoeveelheden bitterstoffen: cucurbitina(cucurbitacine). Deze stoffen beschermen de planten tegen vraat.


In de voor voeding  gecultiveerde planten zijn deze bitterstoffen door  voortdurende selectie  nagenoeg verdwenen. 

In planten die niet voor consumptie bedoeld zijn, kunnen de hoeveelheden bitterstoffen hoog zijn.

Als eetbare en niet eetbare soorten in elkaars nabijheid groeien, kan er kruisbestuiving optreden. Vruchten van eetbare soorten smaken dan soms heel bitter.


Neem de proef op de som en proef voorzichtig een klein(rauw) stukje. Als de smaak heel bitter en onaangenaam is, meteen uitspugen en een dergelijke vrucht niet eten.


Als er bijvoorbeeld courgetteplanten en pompoenen in de tuin staan, kun je zelf voor de bestuiving zorgen. Aan de planten zitten afzonderlijk mannelijke bloemen met stuifmeel en afzonderlijke vrouwelijke bloemen met een vruchtbeginsel(herkenbaar aan het bolvormige vruchtbeginsel onder de bloem. Je kunt met een penseel stuifmeel overbrengen naar een vrouwelijke bloem (kijk op internet : pompoenen bestuiven). Vooral hommels en bijen zijn ook prima bestuivers!

 

Er zijn verschillende  bitterstoffen. Niet alle bitterstoffen zijn even gevaarlijk.

 

Vruchten van komkommerachtigen die niet eetbaar zijn hebben meestal:

                                          ----- een hele harde schil

                                          ----- weinig tot geen vruchtvlees

                                           -----een onaangename bittere smaak

 

Vooral de heel bittere smaak voorkomt het consumeren van giftige vruchten.

Klachten die optreden na consumptie: buikpijn, braken, diarree, duizeligheid.

Dergelijke klachten zijn zeldzaam.


Tot de familie van de komkommerachtigen (Cucurbitaceae) behoort uiteraard ook de komkommer.

Komkommers zijn eenjarige planten.

Van nature zijn op een plant afzonderlijke mannelijke (stuifmeel) bloemen en aparte vrouwelijke bloemen. Na bestuiving door insecten kan er bevruchting plaatsvinden in de vruchtbeginsels van de vrouwelijke bloemen. Goed gerijpte komkommers kunnen zaden bevatten, die weer kunnen dienen als zaaigoed in een volgend seizoen.

Oudere traditionele rassen groeien nog steeds op deze wijze. 

 

Door voortdurende selectie zijn er rassen komkommers ontstaan die uitsluitend vrouwelijke bloemen dragen.  Ondanks het ontbreken van mannelijke bloemen en dus zonder bestuiving (ook geen zelfbestuiving) zijn deze vrouwelijke bloemen toch in staat vruchten (komkommers) te laten groeien.

Dit verschijnsel heet : parthenocarpie.

In de gevormde komkommers ontbreken de zaden. Het is dus niet mogelijk zelf zaden te oogsten. Van parthenocarpe rassen komkommers moet je dus elk seizoen nieuwe zaden kopen. Het is ook mogelijk geënte planten te kopen. 

Ook o.a. bananen, sinaasappels en vijgen ontstaan via parthenocarpe vruchtvorming .

Ook bepaalde courgette rassen zijn parthenocarp.

 

In kassen/tunnels kan het handig zijn parthenocarpe rassen komkommers te planten.

De aanwezigheid van bestuivers is dan niet vereist.

Waar verschillende rassen komkommerachtigen dicht bij elkaar groeien is kruisbestuiving mogelijk.

 

Van vruchten die afwijken in groei is het raadzaam voor consumptie een klein stukje te proeven. Erg bitter smakende vruchten NIET eten.

 

Copyright @ jeugrubbenhof