Quinoa
Familie Quinoa (Chenopodium quinoa) is een eenjarige plant uit de familie van de Amarantachtigen (Amaranthaceae). Chenopodium betekent ganzenvoet vanwege de vorm van de bladeren. Ook bieten, brave Hendrik en spinazie zijn onderdeel van de amarantachtigen. De zaden van quinoa zijn eetbaar, evenals de jonge bladeren.
Glutenvrij De zaden van quinoa zijn glutenvrij, eiwitrijk en bevatten diverse vitaminen en mineralen. Ze zijn voedzaam, maar niet rijk aan calorieën. Quinoa bevat minder koolhydraten dan rijst.
Teeltwisseling Quinoa komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. Er zijn rassen ontwikkeld speciaal voor de teelt in West-Europa. Een teeltwisseling van vier jaar is een goede keuze.
Bodem Qua grondsoort is quinoa niet kieskeurig. Te (stikstof)rijke grond bevordert de bladgroei en remt de bloei.
Bemesting Quinoa stelt geen hoge eisen en groeit ook op minder bemeste grond.
Zaden Speciaal geselecteerde rassen zijn in de handel. Gewoon zaaien van in de supermarkt gekochte zaden kan ook. Beschermd in kas of tunnel zaaien kan. Jonge quinoa plantjes hebben een hekel aan verspenen. Zaai dus niet te veel op een kluitje. In april of begin mei als gevaar op nachtvorst is geweken, is zaaien ter plekke in de volle grond gemakkelijk.
Hoogte Sommige rassen halen met gemak twee meter, meestal tussen een en twee meter.
Oogsten De teeltduur van quinoa is vrij lang. De oogst valt in augustus, of september. Bij droog weer de uitgebloeide pluimen oogsten en eventueel onder een afdak ophangen en laten drogen. Vogels en muizen in de gaten houden. Als alles goed droog is de zaden scheiden uit de gedroogde pluimen door middel van herhaaldelijk wrijven en voorzichtig de lichte delen (het kaf) wegblazen. De zaden zijn omhuld met een wasachtig laagje (saponine). Dit is bescherming tegen vraat van insecten. Dit bitter smakend laagje kan je in een fijnmazige zeef met water al wrijvend afspoelen.
Copyright @ jeugrubbenhof