Wortelen
Zomer -en winterwortelen horen thuis in de familie van de schermbloemigen. Andere familieleden zijn bleekselderij, dille, karwei, kervel, knolselderij, lavas (maggikruid), pastinaak, peterselie en (knol)venkel.
Een wisselteelt van vier seizoenen is gewenst, nog beter is zes seizoenen. Planten uit deze familie verdragen geen verse mest, wel verteerde compost. De soorten die een penwortel vormen, zijn dankbaar voor een gift patentkali tijdens de groei.
Grondbewerking en zaaien
Voor de vorming van een mooie, rechte, onvertakte wortel maak je de grond voor het zaaien zo goed mogelijk en diep genoeg los.
Dun zaaien is de kunst. De zaden klitten makkelijk aan elkaar en te dik zaaien levert veel kleine worteltjes op. Met de duurdere zaden in pil- of lintvorm is dun zaaien eenvoudiger.
De zaden van wortelen zijn goed bestand tegen kou, maar de kiemduur is lang, soms drie tot vier weken. De ondiep gezaaide wortelzaden verlangen over die lange periode een grond die gelijkmatig vochtig blijft. Zaaien tijdens aanhoudend droog en schraal weer heeft daarom niet de voorkeur.
Je kan al vanaf medio maart in de volle grond zaaien. Onder glas natuurlijk al eerder. Vroeg zaaien verlaagt het risico op bezoek van de wortelvlieg.
Eén van onze mooiste dagvlinders, de koninginnenpage, legt de eitjes op wortelloof en venkelblad. De rupsen zijn regelmatig te vinden op planten in ons volkstuincomplex. Laat deze rupsen leven! En laten wij kiezen voor gezonde worteltjes, puur natuur !
De wortelvlieg
Wortelvliegen overwinteren als pop in de grond. Bij het oplopen van de temperatuur in het voorjaar kruipen de vliegen uit de grond. Er zijn twee, soms drie generaties per jaar. De wortelvlieg legt de eitjes op of vlakbij de wortelhals. De maden uit de eitjes kunnen op jonge leeftijd slecht tegen droogte en warmte. Ben dus voorzichtig met het geven van water aan half volgroeide wortelen.
Bescherming tegen wortelvlieg:
Copyright @ jeugrubbenhof