Akkerpaardenstaart / Heermoes / Kattenstaart
Heermoes of kattenstaart is een andere naam voor akkerpaardenstaart. Akkerpaardenstaart is de letterlijke vertaling van de Latijnse naam Equisetum arvense. Samen met mossen, varens en wolfsklauwen behoren de paardenstaarten tot de groep planten, die geen bloemen vormen en dus ook geen zaden.
Hoe vermeerderen paardenstaarten zich dan?
Akkerpaardenstaarten hebben een indrukwekkende voorgeschiedenis. In het Carboon waren de 20 meter hoge voorouders van deze planten al prominent aanwezig, samen met onder andere varens en schubbomen. Mijnwerkers zagen diep onder de grond de fossiele resten van deze planten. Je vindt ze in de steenbergen van de mijnen, zoals die van de voormalige Oranje Nassau III-mijn, nu de Koumenberg genoemd.
Akkerpaardenstaarten zijn ongelooflijk sterke en taaie planten. Ze kunnen zware metalen opnemen en zijn tolerant voor industriële verontreiniging. Bestrijden met gif is zinloos.
Dat paardenstaarten taaie rakkers zijn is te zien op enkele plekken van de paden op ons volkstuincomplex. De toch breekbare wortels en stengels blijken in staat de verharding van het pad te doorboren. Ook in een aantal tuinen zijn de planten present.
Wie de paardenstaarten niet in de tuin wil, staat voor een moeilijke opgave.
Het telkens opnieuw zo diep mogelijk uitsteken van de planten met zo veel mogelijk wortel dwingt de paardenstaarten steeds weer tot een inhaalslag, die hen uiteindelijk uitput. Maar als je de strijd aangaat met deze planten weet je pas na jaren of je gewonnen hebt.
Tijdens het spitten is het opletten, dat de zwarte wortels niet aan de aandacht ontsnappen. De worteldelen van de paardenstaarten moeten worden verzameld en mogen uiteraard niet op de composthoop.
Eventueel kunnen de wortels en groene delen in een emmer water. Na een aantal dagen zeef je het mengsel en verdund is het een middel tegen zwarte bonenluis en tegen meeldauw. Het middel stinkt behoorlijk!
In enkele tuinen vlak bij de ingang van de Jeugrubbenhof is een niet inheems familielid te vinden van de akkerpaardenstaart. Het gaat om de Japanse holpijp, vaak te zien als sierplant langs vijverranden. Het is een echte landveroveraar, die dus ook letterlijk binnen de perken gehouden moet worden (misschien wel buiten de perken).
Akkerpaardenstaarten maken vroeg in het voorjaar bladgroen-loze stengels, ongeveer 10 cm. hoog, die aan de top een kegelvormige verdikking dragen. In die kegel worden sporen gevormd. Als de sporen een geschikte plek bereiken kunnen nieuwe paardenstaartplantjes zich ontwikkelen. Dat heeft de meeste kans van slagen op onbegroeide, vochtige en dichtgeslagen grond. Als de sporen zijn verspreid, komen er stengels met bladgroen uit de grond. Die zien er heel anders uit.
In de bodem maken de paardenstaartplanten uitgebreide wortelstelsels, die niet alleen meer dan een meter diep gaan, maar ook horizontaal over meer verdiepingen beschikken. De wortels zijn zwart en in donkere grond moeilijk te zien. De wortels breken ook makkelijk en elk stuk wortel kan weer uitgroeien tot een nieuwe plant
Copyright @ jeugrubbenhof