Tuintips april

Zaaien

Binnen of in de kas kunnen komkommers worden gezaaid, evenals courgettes en pompoenen. Zaai die dan in potjes, want ze laten zich slecht verspenen. Tot ongeveer half mei kan nachtvorst optreden. Daarvoor gevoelige planten kiemen alleen bij voldoende bodemtemperatuur en kunnen pas veilig in de volle grond als we zes weken verder zijn.

Als de grond voldoende opgewarmd is, kun je de eerste struikbonen zaaien. Beter is ze om ze even in potjes te zaaien en dan te wachten tot het de volgende maand warmer is.

Wacht niet te lang met het zaaien van winterprei, uien, schorseneren, witte en rode kolen.

Koolplantjes

Zet je bloemkoolplantjes buiten, bescherm die dan tegen nachtvorst. De plantjes staan 50 cm uit elkaar en houden van goede bemesting. Dat geldt ook voor rode en witte koolplantjes. Veel koolsoorten (met uitzondering van boerenkool) houden van een extra kalkgift, vooral bloemkool is gebaat bij extra kalk. Niet teveel in een keer, maar gedoseerd tijdens de groeiperiode. Let op de gebruiksaanwijzing op de verpakking.

Rozen

April is een goede maand voor het planten van struik- en stamrozen.

Dahlia

Dahlia’s zaaien kan trouwens ook en het is leuk om zelf zaden te verzamelen, te zaaien en verrast te worden door het resultaat.

Ook in april is bij het zaaien en planten wisselteelt belangrijk.

April is een drukke maand voor de tuinder. In deze maand is de grond al gauw bedekt met het groen van plantjes die welig groeien en zaad werpen. De tuinder spit het onkruid diep onder.

Heb je een composthoop, maak er dan een greppel omheen en zaai daar zonnebloemen of mais, zodat de hoop straks beschut is tegen de zon.

Kruiden

Als we het toch hebben over de zon in de tuin, plant dan zuiderse kruiden als salie, tijm, rozemarijn en lavendel in een zonnig hoekje. Deze planten houden allemaal van wat extra kalk in de bodem en ze willen geen natte voeten. Ook kun je kruiden scheuren en her-planten, zoals bieslook, dragon, citroenkruid, marjolein, pepermunt en mierikswortel.

Slamix

Wil je regelmatig genieten van lekkere, jonge slamix, zaai dan om de twee weken een beetje snijsla, rucola, snijspinazie, rode biet. Als je de rijtjes kort op elkaar zaait, groeien de plantjes mooi rechtop.

Kropsla
Bij kropsla is de plantdiepte belangrijk. Als die te diep is, vormen zich geen kroppen. De kiembladeren moeten bij het planten dicht boven de grond staan

Dahliaknollen kunnen als het niet al te koud is, in de tweede helft van april de grond in. Bij hoge rassen zet je eerst de stokken in de grond om de knollen niet te beschadigen. Als het te koud is kunnen dahliaknollen worden opgepot en in een kasje of tunnel opgekweekt, totdat het gevaar voor nachtvorst is geweken. Als dan het tijdstip van uitplanten is gekomen, kunnen de dahliaplanten al scheuten hebben van 30 cm.

Het is ook mogelijk jonge scheuten van dahliaknollen te stekken. Zo doen ze dat bij de dahliavereniging. Je neemt stekken met een hieltje (een klein stuk van de oude knol). De jonge stek vormt vervolgens wortels en een nieuwe knol. De oude knollen worden afgedankt. Met de vorming van nieuwe knollen heb je steeds gezond uitgangsmateriaal.

Let op, jonge dahliascheuten zijn slakkenmagneten!