Aardbeien, de planten
Aardbeien horen tot de familie van de roosachtigen, evenals appel, braam, framboos, kers, peer, perzik en pruim. Aardbeien vormen schijnvruchten. We eten in feite de opgezwollen bloembodems. De zaden zijn de zichtbaar gele spikkels aan de buitenkant.
Gekweekte aardbeiplanten zijn (meestal) ontstaan uit kruisingen van niet inheemse soorten. Zulke kruisingen worden aangeduid met de naam: Fragaria (x) ananassa. Een derde naam, met hoofdletter geschreven, geeft aan om welke specifieke kruising het gaat. Bijvoorbeeld: Fragaria (x) annassa Korona
De inheemse bosaardbei, Fragaria vesca, heeft kleine schijnvruchtjes. Die smaken heerlijk. Kruisingen met Fragaria (x) ananassa en Fragaria vesca hebben geleid tot een groep planten met de verzamelnaam: Fragaria (x) vescana. Nog probeert men de kwaliteit van aardbeiplanten te verbeteren (betere smaak, grotere aardbeien, betere houdbaarheid).
Er bestaat ook een (inheemse) grote bosaardbei: Fragaria moschata. In onze natuur is dat een zeer zeldzame plant. Planten van deze soort zijn tweehuizig. De planten hebben dus ofwel uitsluitend stamperbloemen, dan wel uitsluitend stuifmeel producerende bloemen. Voor vruchtzetting zijn mannelijke en vrouwelijke planten in elkaars nabijheid vereist.
Misschien lukt het nog eens aardbeien te kruisen met bramen of met frambozen. Zulke planten zou je dan frambeien, of aardbozen kunnen noemen. Brambozen bestaan al, dat zijn kruisingen tussen bramen en frambozen. Loganberry en Tayberry zijn daarvan voorbeelden, in enkele tuinen van de Jeugrubbenhof aanwezig.
Copyright @ jeugrubbenhof