Tuintips November


De hele maand november kun je in de tuin spitten. Compost of mest meespitten. Laat de kluiten na spitten gewoon liggen, vorst zorgt vanzelf voor het verkruimelen van de grond. Aan losse, goed gespitte grond hebben mollen en woelmuizen een hekel: de gegraven gangen storten in losse grond gemakkelijk in.


Tot half november is het mogelijk knoflook, oerprei (parellook), sjalotten, uien in de volle grond te planten. Sommige rassen zijn beter geschikt voor planten in het najaar. Groenten die buiten kunnen overwinteren kun je een beschermend laagje geven van mest of stro. Dat geldt ook voor wintergroene tuinkruiden. De kou is vaak niet het grootste probleem. Aanhoudende natte omstandigheden zijn funest. Zorg dus voor goede drainage en plant eventueel boven op “ruggen”.


In november kun je nog peterselie zaaien. Planten uit de volle grond kun je oppotten en dan beschermd overwinteren in kas of tunnel (of thuis). Idem met snijselderij.


November is een geschikte maand om rode, witte en zwarte bessen te stekken. Neem stekken van ongeveer 20 cm met een oog boven en onder. Ook druiven kun je nu in de volle grond stekken. De stekken beschermd laten overwinteren.


Hier en daar zijn bosbessen aangeplant in onze volkstuin, maar de grond hier is niet geschikt voor bosbessen. Die willen zure grond en daarom moet je onze grond aanpassen. Meng tuinturf door de grond en wees daarmee niet te zuinig. Bosbessen en blauwe bessen zijn dankbaar voor lichte schaduw en een constant vochtige grond. Aan aanhoudende droogte hebben ze een hekel.


Als kleinfruit in de zomer niet gesnoeid is, kan in november nog snoei plaatsvinden. Probeer jonge, vitale takken te handhaven en dun het oudere hout uit.


Snoei druiven pas als de struiken volledig in rust zijn en het blad gevallen is. Snoei niet te vroeg en snoei niet na de kortste dag. De sapstroom bij druiven komt immers al vroeg op gang en dan is de kans op “bloeden” groot.


Snoei alle (half)heesters, zoals lavendel, salie, rozemarijn, tijm, niet of minimaal. Deze planten met Zuid-Europese roots zijn vorstgevoelig. Wacht met snoeien tot half maart, als de ergste winterkou voorbij is.


Fruitbomen en bladverliezende bomen kun je bij vorstvrij weer nu planten. Ook kleinfruit kun je nu (ver)planten. Kleinfruit, maar tegenwoordig ook grotere fruitbomen worden vaak in potten aangeboden. Op die manier kan eigenlijk doorlopend worden geplant, behalve bij vorst.


Rabarber kun je nu scheuren en verplanten. Plant rabarber op een zonnige plek op goed bemeste grond op een afstand van 1 bij 1 meter. Daarbij moeten de knoppen net onder het bodemoppervlak uitkomen. Rabarber vraagt elk seizoen een ruime gift mest of compost.


Rozen kun je nu planten op een zonnige plaats. Nieuwe planten gedijen niet op plaatsen waar al rozen stonden vanwege schadelijke aaltjes in de grond. Je kunt de grond vervangen door nieuwe of maak de grond weer gezond door afrikaantjes te planten. Afrikaantjes geven een voor aaltjes giftige stof af. Na enkele jaren is de grond dan weer gezond. Een dun laagje stalmest rond de voet van de rozen, beschermt de wortels tegen de winterkou.


Denk eraan dat aardbeien, bramen en frambozen ook thuis horen in de familie van de roosachtigen. Een ruime teeltwisseling is beslist noodzakelijk.


Chrysanten, voor zover vorstgevoelig, kunnen worden opgepot en in kas of tunnel overwinteren. In maart lopen de planten uit, de beste uitlopers kunnen eenvoudig worden gestekt. Zorg voor etiketten met kleuraanduiding.


Gebruik olijfolie of zonnebloemolie om gereedschap licht te oliën en zo roestvrij te overwinteren.


Controleer kas of tunnel op loszittende onderdelen met het oog op storm en rukwinden. Let met aanhoudende vorst op schade aan volle regentonnen.












Copyright @ jeugrubbenhof