Tuintips Januari


Sneeuwklokjes steken al nieuwsgierig de neuzen boven de grond. Al gauw zal

de hoeveelheid daglicht elke dag iets toenemen. Vroeger zeiden de mensen:

“Met Driekoningen (6 januari) zijn de dagen één hanenschreeuw gelengd”.


Januari is samen met februari de tijd om het tuingereedschap weer in orde

te maken. De spade kun je aan de onderzijde vijlen en in de olie zetten,

rieken harken en schoffels controleren of de stelen nog goed vastzitten en

eventuele versleten stelen vervangen.


Indien nodig kan een kalkgift plaatsvinden, maar niet waar aardappelen komen en niet bij bosbessen! Niet samen mest geven en kalken!


Nestkasten voor zangvogels kun je ophangen of schoonmaken. Insekten-etende vogels houden de tuin in het voorjaar schoon.


Het teeltplan kunnen we maken en de zaden al bestellen.


Met het snoeien van de druiven in januari is het erg oppassen.

De sapstroom van druiven komt al vroeg op gang. Te laat

snoeien kan tot gevolg hebben, dat de struiken uit de snoeiwonden

gaan bloeden en veel sap verliezen. Eigenlijk kun je druiven het

beste snoeien vanaf half november tot de Kerst. Het maakt

bovendien nog uit of het een buitendruif of kasdruif betreft.

In een kasdruif komt de sapstroom nog eerder op gang. 


Ook appels en peren kun je eind januari snoeien. Ook voor

bessen en frambozen wordt het nu tijd om te snoeien. Doe dat op een zonnige, vorstvrije dag want dan krijgen de schimmels minder kans. Herfstframbozen knip je tegen de grond af. Bij zomerframbozen snoei je alleen de donkere takken van vorig jaar weg.


Bij vorstvrij weer is het mogelijk heesters en bomen te (ver)planten. Voor coniferen en groenblijvende struiken kan (ver)planten beter in de periode van half maart tot half april of begin oktober plaatsvinden. Zorg bij deze planten, dat de kluit heel blijft. Planten, die in pot zijn gekweekt, kunnen altijd bij vorstvrij weer de grond in.


Loop niet zomaar door de tuin. Loop over een plank. De grond blijft daardoor losser.


Een steriele, nette, opgeruimde tuin oogt mooi, maar biedt geen onderdak aan nuttige insekten en andere dieren, die in een natuurlijke, gezonde, biologische tuin nodig zijn. Stapelmuurtjes, takkenbossen, dorre bladeren bieden schuilplaatsen. Net als de verse composthoop.

Oude compost en mest kan de tuin in.


In de tweede helft van januari kun je in de vorstvrije kas al zaaien: ijsbergsla, veldsla, vroege sla, radijs, wortelen, kervel, vroege spruitkool en witte kool, spinazie. Vanaf eind januari kun je om de twee weken een rijtje spinazie of veldsla in de kas of koude bak zaaien. Een snelgroeiend spinazieras is vroeg reuzenblad.


Als de winter zacht en nat verloopt, blijven slakken actief en is het oppassen met jong groen.


Erwtjes en tuinbonen kun je in potjes binnenshuis of in een verwarmde kas zaaien. Midden maart plant je de jonge tuinboonplantjes uit.


Eind januari kun je binnenshuis pepers en paprika’s zaaien. Ze kiemen pas wanneer de temperatuur gemiddeld 22 tot 25C is.


Kijk regelmatig de opslag na van aardappelen, dahlia’s, gladiolen, uien, sjalotten, knoflook enz. Verwijder exemplaren die er niet goed uitzien.




Copyright @ jeugrubbenhof